Als je kind alcohol of een bepaalde drug heeft gebruikt, is het daarom nog niet afhankelijk. Meestal blijft het ook bij experimenteren.
Er zijn mensen die zwaar in de problemen komen door hun alcohol- of druggebruik, maar niet alle gebruik leidt tot misbruik. Niet iedereen die wel eens een glas alcohol drinkt, wordt daar afhankelijk van. En niet elk gebruik van cannabis of andere illegale drugs is meteen probleemgebruik dat zorgt voor minder goed functioneren op school of op het werk.
Omgekeerd kan men wel alcohol- of andere drugproblemen hebben zonder afhankelijk te zijn. Zo kan iemand die één keer te veel gebruikt, al grote risico’s lopen. In sommige gevallen kan dus ook experimenteren voor problemen zorgen.
Denk bijvoorbeeld aan bingedrinken: in een periode van twee uur 4 of meer standaardglazen drinken voor vrouwen, en 6 of meer voor mannen. (Ook wel bekend als comazuipen.) Bingedrinken komt veel voor bij jongeren, maar het is schadelijk voor de gezondheid en de hersenen.
Ook een jonge fietser onder invloed van alcohol of andere drugs die een ongeval veroorzaakt, heeft misschien maar één keer gebruikt. Eenmalig gebruik kan dus ernstige gevolgen hebben.