Onthou dat je je broer of zus niet kan ‘fixen’. Alleen de persoon zelf kan beslissen te minderen of te stoppen met alcohol, andere drugs of gokken. Soms wil hij of zij je hulp niet.
Als je broer of zus zelf niet klaar is om aan het probleem te werken, dan is het ook niet aan jou om dit op te lossen. Maar tegelijkertijd: als je je zorgen maakt over het gebruik van je broer of zus, en je kan er niet met hem of haar zelf over praten, blijf er dan ook niet alleen mee rondlopen. Na een tijdje wordt dit veel te zwaar om te dragen. Je kan dan beslissen om erover te praten met je ouders.
Praat met je ouders doe je zo:
Je kan ook erg kwaad zijn op je ouders. Misschien heb je het gevoel dat ze niet op tijd hebben ingegrepen of voel je je verwaarloosd omdat alle aandacht naar je broer of zus gaat. Je ouders kunnen geen gedachten lezen. Bespreek waar je mee zit en praat hierbij vanuit jouw gedachten en gevoelens. Het kan dat ze helemaal niet beseffen welke impact deze situatie op jou heeft. Door in gesprek te gaan, kan je hen hiervan bewust maken.
Vind je de stap zetten om te praten nog te groot? Denk er dan eens aan om alles neer te schrijven in een brief, en die aan je ouders te geven.
Alcohol, cannabis, cocaïne of nog iets anders: je weet of vermoedt dat je broer of zus gebruikt.
Het belangrijkste is dat je blijft investeren in de relatie met je broer of zus, maar ook in de relatie met de rest van je gezin.
Jij kan je broer of zus niet ‘fixen’. Als hij of zij nog niet klaar is om er iets aan te doen, focus dan op jezelf en de andere familieleden.
