Hoeveel wordt er gedronken?

Enkele cijfers:

• Studenten drinken minder tijdens de examens. Meer dan de helft van de studenten drinken minstens één keer per week bier tijdens het academiejaar en in vakantieperiodes. In examenperiodes daalt het gebruik duidelijk.
• Vrouwen drinken minder. Mannelijke studenten drinken opmerkelijk vaker alcohol dan vrouwelijke studenten. Tijdens het academiejaar drinken 73,9% van de mannelijke studenten (die het afgelopen jaar bier gedronken hebben) minstens één keer per week. Bij de vrouwelijke studenten zijn dat er 42,4%, een pak minder dus.
• Presidium drinkt meer. Bestuursleden en leden van een studentenvereniging drinken vaker alcohol dan niet-leden. Hun drinkgedrag houdt dus meer risico’s op gezondheidsproblemen in.
• Bingedrinken. ‘Bingedrinken’ is minstens 6 glazen alcohol drinken op 2 uur (mannen), en minstens 4 glazen op 2 uur (vrouwen). 23,3% van de mannelijke studenten en 15,4% van de vrouwelijke studenten bingedrinken minstens eens per maand. Kotstudenten doen vaker aan bingedrinken. Niet verwonderlijk dus dat zij een groter risico lopen om problemen met alcohol te krijgen.
• Problemen?! De helft van de studenten vertoont risico-indicaties voor gezondheidsproblemen door hun alcoholgebruik. Toch denkt maar 6,1% van de studenten van zichzelf dat hij of zij een drank- of drugprobleem heeft. Als we naar de AUDIT kijken – een screeningsinstrument voor alcoholproblemen – dan zien we dat 11,1% van de mannelijke studenten en 1,7% van de vrouwelijke studenten kenmerken vertoont van problematisch alcoholgebruik.